“Je ziet er niet ziek uit”

crohn-ziekte-ziek-profiteur-betty-1

Ik ben een trotse vrouw en zie er graag goed uit. Als ik uitga, dan besteed ik daar ook aandacht aan. Een mooi kleedje, wat lippenstift, eens naar de kapper, waarom ook niet? Maar op één of de andere manier aanvaarden mensen dat niet als je ziek bent. Ben je ziek, dan moet je er ook zo ellendig mogelijk uit zien. Anders komt de twijfel.

“Je ziet er goed uit” is zo’n opmerking waar ik dus best wel een hekel aan heb. Ook een lastige: “Hoe is het?”, de standaard begroetingsvraag. Antwoord ik naar waarheid: “Niet goed” dan krijg ik even vaak de reactie: “Je ziet er nochtans goed uit.” En dan ben je meteen uitgepraat. Want hoe goed bedoeld die verzekering is, het stoort me ook wel. Wat moet je daar immers op antwoorden? Het is niet omdat ik er niet ziek uit zie of graatmager ben, dat ik niet ziek ben.

Opgetut en ziek

Soms is zo’n bevestiging van anderen niet zo onschuldig bedoeld. Ik herinner me zo een voorval nog levendig. Mijn man en ik hadden ergens geboekt voor een feest op oudejaarsavond. Zoals zo vaak in de eindejaarsperiode voelde ik me niet goed en op die avond was ik echt doodziek. Maar het waren dure tickets geweest, dus ging ik toch mee. Maar ik zag er niet uit als een hoopje miserie want ik had me wat opgetut. Heel toevallig kwam ik op dat feest een collega tegen, die wist dat ik in ziekteverlof was. Iemand uit een andere afdeling, die me ook niet echt kende. “Je ziet er niet ziek uit”, zei ze tegen mij, omdat ik er zo feestelijk uit zag. Daarna heeft ze erover geroddeld met andere collega’s.

Crohn is onzichtbaar

Voor haar was ik een profiteur. Ik trok me dat hard aan, want wat moet je doen? Nooit meer buiten komen? Ik kom meestal alleen buiten als ik me goed voel. Soms maak ik een uitzondering, zoals die avond, en ga ik toch weg ook al voel ik me ellendig. Maar Crohn is nu eenmaal een onzichtbare ziekte. Te vaak word je aanzien als een profiteur omdat er niets aan je te zien is. Ik ga ook niet zeggen dat ik al uren op het toilet heb gezeten, bijvoorbeeld.

Je zult ook niet snel aan mij zien dat ik me slecht voel. Daarvoor moet je mij al heel goed kennen. Mijn man ziet het direct aan mij. “Het gaat niet, zeker?”, vraagt hij dan en stilletjes zorgt hij ervoor dat ik me voor de rest niks meer moet aantrekken. Meer woorden zijn er dan niet nodig.